Hier mag je me liefhebben

Ken je ze, die stevige knuffels die je geeft wanneer je een vriend of vriendin begroet? Mijn oudste vrienden en ik doen dat dus niet. Misschien soms. Eigenlijk zelden. Met mijn ‘oudste vrienden’ bedoel ik mijn langste vrienden. Niet omdat ze oud of lang zijn, integendeel zelfs. Mijn oudste en langste vrienden zijn mijn oudste en langste vrienden omdat deze vriendschappen voor mij in veel opzichten omvangrijk zijn. Zo zijn ze bijvoorbeeld omvangrijk in jaren, in goede gesprekken, in getrotseerde ellende en in gelachen tranen. Echter, niet in stevige knuffels.

Hoe dat komt? Mijn aandeel komt ongetwijfeld voort uit de puberale afkeer van lichamelijke affectie. Ik kan de gedachtegang van mijn 16-jarige zelf onverlet terughalen – ‘knuffelen doe je alleen met je verkering en de rest van de wereld kan hooguit een high-five krijgen’. Dus, de formule luidt: puberale afkeer van lichamelijke affectie + een in jaren omvangrijke vriendschap. De uitkomst? Gewoonte. Gewoonte van geen stevige knuffels wanneer ik mijn oudste en langste vrienden begroet.

Onbekend terrein

Een nieuwe levensfase leent zich perfect voor de intrede van meer nieuwigheden. Nieuwe dromen, nieuwe doelen, nieuwe normen, nieuwe waarden, nieuwe vrienden, nieuwe gewoonten en uiteraard nieuwe begroetingen. Het zijn voornamelijk mijn ‘nieuwste vrienden’ – laat ik met deze titel voor het gemak het onderscheid maken – die clichématig een wereld voor me openden door zo nu en dan hun waardering over de vriendschap uit te spreken of dat zonder woorden te bekrachtigen door een spontane, stevige knuffel.

Oei, onbekend terrein. Niet vervelend of onaangenaam, maar gewoon anders dan dat ik gewend ben. Tegen mijn oudste vrienden zei ik hooguit een keer hoeveel ik wel niet van ze houd als ik teveel gezopen had, om vervolgens een wazige “ik ook van jou” terug te krijgen. Na zoveel jaren, goede gesprekken, getrotseerde ellende en gelachen tranen wéten we toch gewoon dat dit zo is?! Bij nader inzien niet zo vreemd dat ik me op het begin een beetje ongemakkelijk voelde bij de platonische aanrakingen of lieve woorden van mijn nieuwste vrienden.

Als je dit soort ongemakkelijkheden genoeg oefent en voldoende van herhaling voorziet, veranderen ze vanzelf in gemakkelijkheden. Het heeft even geduurd, maar ik heb geleerd mijn nieuwste vrienden tegemoet te komen op de metaforische weg die platonische intimiteit lijkt te zijn. Deze ‘weg’ krijgt echt zijn markeringen als ik mijn oudste vrienden vraag hoe zij denken dat het komt dat wij elkaar zelden een knuffel geven.

IMG_1100

Plato(nisch)

Drie van de 425 reeds gelezen woorden bevatten ‘plato(nische)’. Nu vier. Voordat ik ga uitweiden over de metaforische weg, doe ik eerst graag een poging om Griekse filosofie sexy te maken. Ik wil het even hebben over het begrip ‘platonisch’. Dit dure woord komt van Plato, een Griekse filosoof en schrijver die ergens rond 427 voor Christus in het Oude Athene is geboren.

Volgens Plato was liefde een trap. De eerste trede bestond uit lichamelijk begeren en seks, gevolgd door de tweede trede die de liefde voor de juiste levensinstellingen, wetenschap en goede gedachte omvat. Tot slot was daar de derde en hoogste trap: platonische liefde – het streven en begeren naar schoonheid, waarheid en goddelijkheid. Deze trede bereikten maar weinig mensen. Mocht je een van de gelukkigen zijn die deze trap wél behaalde, was je volgens Plato een echte filosoof.

Er zitten nochtans wel een aantal haken en ogen aan Plato’s definitie van filosoof. Platonische liefde kon volgens Plato enkel tussen gelijken bestaan. ‘Gelijken’ waren mensen die over dezelfde rechten en status konden beschikken. Vrouwen stonden direct buitenspel, want zij hadden niet dezelfde rechten en status als mannen in het Oude Athene. Platonische liefde bestond dus alleen tussen twee mannen. Of die mannen elkaar dan liever dan lief konden vinden? Nee, want homoseksualiteit wees Plato af.

Oké, dus er was weinig sprake van feminisme rond 427 v.Chr. en echt LGBTQ-friendly was men toentertijd ook niet. Sinds 427 v.Chr. is er een legio filosofen dat zich op het vraagstuk platonische liefde heeft gestort. Dit brengt ons bij de definitie van 2020, die gelukkig een stuk feministischer en LGBTQ-friendlier is:

Een platonische relatie is een zuiver psychische relatie zonder lichamelijk begeerte. Er is sprake van een diepe vriendschap. Een van de kenmerken in deze relatie kan zijn dat de vriendschap er een is van elkaar heel goed aanvoelen, men is gewoon vrienden.

Bron: ensie.nl

IMG_1117

Toen ik je echt stevig wilde knuffelen

Het bijvoeglijk naamwoord ‘platonisch’ kent inmiddels geen geheimen meer. Platonische liefde, platonische relatie, platonische intimiteit – we zijn weer op de metaforische weg. De weg waar ik mijn nieuwste vrienden tegemoet kwam en die mijn oudste vrienden perfect vorm gaven toen ik hen een simpele vraag stelde. ‘Hoe denken jullie dat het komt dat wij elkaar zelden een knuffel geven?’

Ze hebben even nadenk tijd nodig. ‘Het is niet iets dat ik echt mis’ zegt mijn ene oudste vriend. ‘Daarnaast heb ik ook niet echt het idee dat jullie ooit écht weg zijn, omdat ik het gevoel heb dat we genoeg contact hebben of met regelmaat aan elkaar denken. Waarom zou je elkaar dan uitgebreid omhelzen als begroeting?’ vraagt hij retorisch. ‘Wij knuffelden vroeger thuis ook niet zoveel, ik denk dat ik dat daarom ook niet met vrienden doe,’ zegt mijn andere oudste vriendin.

‘Maar Sen, ik weet nog goed dat toen jij voor de eerste keer op reis ging. Ik wilde je toen echt even stevig knuffelen, het is ook niet dat ik me er oncomfortabel bij voel of zo.’ zegt ze. Unaniem besluiten we dat het oké is dat het uitspreken van waardering over onze vriendschap of dat zonder woorden te bekrachtigen door een spontane, stevige knuffel schaarse momenten in onze relatie zijn. Juist door deze schaarste zijn dit soort momenten heel betekenisvol.

Affectie is een spectrum

Naast dat ik een gelukkig gevoel overhoud aan dit gesprek, maakt het heel veel duidelijk. Affectie is een spectrum. Door ‘knuffelen doe je alleen met je verkering’ als het ene uiterste van het spectrum te nemen en ‘de rest van de wereld kan een hooguit high-five krijgen’ als het andere, heb ik onbedoeld veel intimiteit uitgesloten in mijn leven. Intimiteit die in haar verscheidenheid het leven juist ontzettend kan verrijken.

Dat ik heb geleerd om mijn nieuwste vrienden op een ander punt te ontmoeten op de weg van platonische intimiteit dan mijn oudste vrienden, betekent niet dat de relaties met mijn nieuwste vrienden – waar er regelmatig lieve woorden of knuffels worden uitgedeeld – beter of slechter zijn dan de relaties met mijn oudste vrienden – waar dat minder gebeurt. Het feit dat we weten waar we elkaar willen tegenkomen op de weg, dat er naar elkaar geluisterd wordt om elkaar écht te verstaan en dat eenieder lief heeft op een manier die voor hem of haar past, is naar mijn mening (platonische) intimiteit pur sang.

Als ik een man was geweest in het Oude Athene en deze blogpost mocht voordragen aan Plato, had hij mij wellicht gedoopt tot filosoof. De realiteit is daarentegen dat ik een vrouw ben in 2020 en steeds gemakkelijker zeg ‘hier mag je me liefhebben’.

8 april 2020 voor Isle of Sen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s