De getroffen maatregelen naar aanleiding van de COVID-19-pandemie vragen om buitengewone adaptiviteit van zowel hulpverleners als hulpbehoevenden in de geestelijke gezondheidszorg. Noodgedwongen vindt therapie plaats via videobellen en wordt dagbesteding vervangen door online opdrachten. De GGZ digitaliseert nog altijd op een langzaam tempo, maar de coronacrisis toont aan dat er op gebied van E-health geen tijd meer te verliezen valt.
38% van de Europese bevolking lijdt aan een psychische aandoening als depressie of angststoornis. Dit percentage valt niet te verwaarlozen. De vraag naar geestelijke gezondheidszorg overstijgt het aanbod van de hulpverlening, de werklast van hulpverleners is hoog en de financiële middelen voor de branche zijn niet ongelimiteerd. De sector staat onder druk. Om deze druk te verlagen, moet er automatisering plaatsvinden.
Blended care is de toekomst van de Europese GGZ. Om de combinatie van traditionele face-to-face behandelingen en online hulpverlening zo snel mogelijk de norm te maken, werkt ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum als projectleider aan het Europese Interreg project eMEN. Samen met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, België, Frankrijk en Ierland werkt de Nederlandse organisatie met dit REGIOSTARS award 2019-genomineerde project aan de implementatie van toegankelijke, betaalbare en effectieve digitale geestelijke gezondheidszorg in Noordwest Europa.
Wetgeving en onderwijs
‘Het project is in 2016 van start gegaan. Inmiddels hebben we zeven E-health toepassingen ontwikkeld: twee voor depressie, twee voor angststoornissen en drie voor posttraumatische stressstoornis,’ vertelt Oyono Vlijter, projectleider van eMEN. ‘Hoewel er al vanaf de jaren ’90 wordt gewerkt aan een ICT-infrastructuur voor digitale toepassingen in de GGZ, is de E-health pas echt gemobiliseerd sinds de uitbraak van Covid-19.’ Dat er een pandemie aan te pas moest komen voor een doorbraak van E-health, heeft volgens Vlijter diverse oorzaken.
‘Neem Duitsland als voorbeeld. De Duitse wetgeving kent veel implementatiebarrières die E-health vrijwel onmogelijk maken. Daarnaast wordt online hulpverlening op veel Europese universiteiten nog niet in het curriculum van studies als psychologie of sociaal werk opgenomen. Dit zorgt ervoor dat pas afgestudeerde hulpverleners geen idee hebben van blended care en dus voortborduren op een vrij conservatief stramien,’ aldus Vlijter.

Ingewikkeld voor alle partijen
Sanne van Doorn (24) heeft onlangs de master Klinische Psychologie afgerond aan de Erasmus University Rotterdam en werkt sinds oktober 2019 als basispsycholoog in de GGZ in Rotterdam. ‘Wellicht is E-health een keer benoemd in de collegezaal, maar er zijn nooit veel woorden aan gewijd,’ zegt Van Doorn. ‘Ook op mijn werk bestonden er nog geen blended care protocollen. Door mijn minimale ervaring met online hulpverlening vond ik de omschakeling aan het begin van de coronacrisis wel lastig. Voor alle therapie die online gegeven kon worden, is binnen een week iets opgezet. De eerste weken gebruikte iedereen andere platformen. Dit maakte het zowel voor het personeel als voor de cliënten heel ingewikkeld.’
Toch is Van Doorn optimistisch over blended care. ‘Als er binnen een organisatie gezorgd wordt voor duidelijke protocollen en goede faciliteiten zoals een functionerende laptops, stabiele internetverbinding en sterke E-health toepassingen, ben ik ervan overtuigd dat blended care een structurele oplossing biedt voor de problemen binnen de GGZ,’ aldus Van Doorn. ‘Wel denk ik dat er altijd gekeken moet worden naar de individuele zorgbehoeften van een cliënt. Voor de een kunnen digitale toepassingen een uitkomst zijn, terwijl de ander hier misschien juist extra spanning van krijgt.’
Divers geluid
De gedachte van de psychologe krijgt bijval van verschillende cliënten. Zo heeft Melissa (22) de online hulpverlening als vervelend ervaren. ‘Ik kamp met een angststoornis en mijn triggers zijn het hevigst in mijn thuisomgeving. Tijdens de lockdown heb ik therapie via Skype gevolgd. Ik had steeds het idee dat mijn ouders mee konden luisteren, waardoor ik veel dichtklapte. Ik heb voor mijn gevoel weinig aan die sessies gehad. Daarentegen heb ik vorig jaar een tijdje online opdrachten gemaakt via Therapieland, dit vond ik wel heel fijn,’ vertelt Melissa.
Voor Max (26) werkte thuistherapie juist heel goed. ‘Voor mijn verslaving praat ik een keer in de week met een psycholoog. Hij geeft mij vervolgens opdrachten die ik op eigen houtje uitvoer. Ik ben erachter gekomen dat het voor mij niet uitmaakt of ik mijn behandelaar face-to-face of via FaceTime zie, want ik merk dat ik het meeste baat heb bij het huiswerk dat ik wekelijks krijg. Ik zou het niet erg vinden om mijn behandeling in de toekomst online verder te zetten,’ zegt Max.
Geen optie, wel een verplichting
Dit sluit tevens aan op wat Oyono Vlijter zegt over de implementatie van blended care. ‘De ene cliënt is de andere niet. Waar sommigen profijt hebben van een app die negatieve gedachten herstructureert, hebben anderen enkel behoefte aan een face-to-face gesprek,’ zegt Vlijter. ‘Het is nu zaak dat er protocollen worden opgesteld die het makkelijker maken om E-health te implementeren en uiteindelijk blended care te realiseren. Over de verdeling tussen online en fysieke hulpverlening moet altijd rekening gehouden worden met het individu.’
‘Tot slot moeten Europese GGZ-instellingen op korte termijn wel gaan geloven aan E-health toepassingen,’ zegt Vlijter. ‘Zodat we in de toekomst beter kunnen anticiperen op situaties als de COVID-19-pandemie, zodat we de vraag kunnen blijven bijbenen, zodat de werkdruk niet ondraaglijk wordt en zodat zorgverzekeraars blijven vergoeden. Dit maakt de verwezenlijking van blended care geen optie, maar een verplichting.’
14 juli 2020 voor deelname aan Youth4Regions – programme for aspiring journalists van de Europese Commissie. Ik ben uit 542 deelnemers geselecteerd als een van de 33 winnaars en woonde de European Week of Regions and Cities (11-16 oktober 2020) bij als toekomstig journaliste. Gedurende deze week werkte ik met Hélène Seynaeve aan het artikel LOCAL STORIES ON COVID-19 MANAGEMENT AND ECONOMIC RECOVERY IN EUROPE.